* Percussie-instrumenten * Blaasinstrumenten
* Snaarinstrumenten *
|
|
|
 |
De bendir is een membrafoon. Het is de naam voor een bepaald soort lijsttrom (tar) uit Noord- Afrika. De bendir heeft aan de binnenkant een trilsnaar die tegen het trommelvel meetrilt. Dit gebeurt als de trom met de hand bespeeld wordt. De bendir is karakteristiek voor de traditionele berbermuziek uit Algerije. |
 |
De darabuka, die ook wel doumbek of tabla wordt genoemd, is een membrafoon. Het is een éénvellige vaasvormige trommel die in heel Noord-Afrika en de rest van de Arabische wereld met de handen en vingers wordt bespeeld. De darabuka is karakteristiek voor alle traditionele Arabische muziek. Maar het heeft ook in de populaire muziek haar belangrijke plaats behouden. |
 |
De def is een membrafoon. Het is de naam voor een tweevellige vierkante lijsttrom uit Noord-Afrika. Al wordt de naam 'def' ook wel gebruikt voor de tar. De vierkante def is karakteristiek voor de traditionele Noord-Afrikaanse muziek. |
 |
De garageb behoren tot de idofonen. Het zijn metalen reuzencastagnetten uit Marokko, die karakteristiek zijn voor de Gnawa muziek. |
 |
De genga is een membrafoon. Het is een grote tweevellige lijsttrom uit Marokko die karakteristiek is voor de Gnawa muziek. |
 |
De jimbi is een membrafoon. Het is een éénvellige kegelvormige trommel die met de hand wordt bespeeld. De jimbi is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De kerkeba is een membrafoon. Het is een klein tweevellig handtrommeltje met aan de zijkanten een kogeltje aan een koordje. Door de trommel tussen beide handen heen en weer te bewegen slaan deze kogeltjes beurtelings op beide trommelvellen. Zo ontstaat een roffelend ritme. De kerkeba is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De tabal is een membrafoon. Het is een grote tweevellige trom afkomstig uit Noord-Afrika. De trom wordt aan de ene kant met stevig kloppen van een stok bespeeld, terwijl men aan de andere kant een ritme met de vingers slaat. De tabal is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De tamboerijn is een specifieke vorm van de lijsttrom. Een vorm waarbij men in de lijst kleine bekkentjes heeft toegevoegd die tijdens het trommelen mee rammelen. Ook komen er tamboerijnen voor zonder trommelvel, die dan natuurlijk volledig idofoon zijn. De tamboerijn wordt in de gehele Arabische muziek gebruikt. |
 |
De tam tam zijn membrafoon. Het zijn twee, aan elkaar bevestigde, trommeltjes van klei met ieder één vel die met de handen of vingers bespeeld worden. De tam tam zijn karakteristiek voor de Noord-Afrikaanse traditionele muziek. |
 |
De tar of lijsttrom is een membrafoon die in vele vormen en variaties voorkomt. De basisvorm is een éénvellige trom die met de hand bespeeld wordt. De naam 'tar' wordt ook wel gebruikt voor de bendir, de def en de tamboerijn. De tar komt in de gehele Arabische wereld voor. Het instrument is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De taridja is een membrafoon. Het is een kleine trommel van aardewerk uit Noord-Afrika. De taridja is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De tbhlat is een membrafoon. Het is een grote tweevellige bastrommel uit Noord-Afrika die met stokken wordt bespeeld. De thblat is karakteristiek voor de Noord-Afrikaanse traditionele muziek. |
|
|
|
 |
De accordeon is een register blaasinstrument. Een, in beide handen gehouden, blaasbalg brengt lucht voor de toonregisters voort. Via knoppen of toetsen kun je hier een melodie op spelen. Accordeons zijn karakteristiek voor westerse volksmuziek, maar komen ook in de raï muziek van Algerije voor. |
 |
De ghaita is een houten blaasinstrument met dubbel riet. Het is een soort hobo uit Noord-Afrika. De ghaita is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De ney of lothar is een houten blaasinstrument. Het is een rechte fluit die in een bepaalde toonsoort is gestemd. Het instrument komt meestal voor in verschillende lengtes. De ney wordt als een dwarsfluit bespeeld. Het is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De schalmei wordt door het dubbel riet tot de houten blaasinstrumenten gerekend. Ook al is de rest van het instrument van koper. Het is een soort van primitieve lange trompet gecombineerd met een hobo uit Noord-Afrika. De schalmei is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De trompet is een koperen blaasinstrument met kleppen. De spanning van de lippen op het mondstuk brengt de toon voort. Het wel of niet indrukken van de kleppen maakt daarna de verschillende tonen. De trompet is onderdeel van een westers orkest, maar komt samen met andere koperblazers ook voor in de Noord-Afrikaanse raï muziek. |
 |
De zugra of zuggara wordt gerekend tot de houten blaasinstrumenten. Het is een soort doedelzak uit Noord-Afrika. De speler houdt de zak, via een pijpje, gevuld met lucht. Als je onder je arm lucht uit deze zak drukt, ontsnapt de lucht door een aantal klankpijpen. Enkele klankpijpen laten een constante grondtoon horen, en één is als een fluit bespeelbaar. De zugra wordt bespeeld in de traditionele Noord-Afrikaanse muziek. |
|
|
|
 |
De kanun is een tokkelinstrument. Het is een soort citer die met vingerplectra (een plaatje waarmee de snaren worden getokkeld) bespeeld wordt. De kanun is karakterisitiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De guenbri is een driesnarig strijkinstrument uit Noord-Afrika. De guenbri is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. Maar het instrument komt ook voor in de Gnawa muziek uit Marokko. |
 |
De ud of oud is een Arabisch tokkelinstrument. Het is een luit met korte hals. De ud wordt bespeeld in de gehele Arabische wereld. Het is karakteristiek voor de traditionele Arabische muziek. |
 |
De viool is een westers strijkinstrument. De viool wordt oorspronkelijk horizontaal op de schouder gehouden en met een strijkstok bespeeld. De viool is een vast onderdeel van een orkest. Maar de viool wordt in de Arabische muziek zowel solo als in een orkest veel gebruikt. |