
* Menu Noord-Afrika * Noord-Afrikaanse
Instrumenten * Kijkwijzer Noord-Afrika
*
* MELHOUN * HAOUS*
* ARABISCH-ANDALUSISCHE MUZIEK *
De Arabieren veroveren Noord-Afrika en het Midden-Oosten
vanaf de 7e eeuw. Zij brengen hun eigen traditionele (islamitische) taal en muziek
mee. Deze muziek vermengt zich met de muziek van de volkeren die er al wonen.
Arabische liedvormen als de melhoun kennen al snel eigen varianten die per streek
verschillen. Vooral in de steden komt de Arabische cultuur tot bloei. Hier ontstaan
populaire vormen van de muziek. Instrumenten uit de volksmuziek
vermengen zich hier met instrumenten uit de traditionele Arabische muziek.
De traditionele muziek gaat met de Moren
mee naar Zuid-Spanje. Vermengd met Spaanse invloeden komt deze muziek terug als
Arabisch-Andalusische muziek.
De traditionele Arabische muziek verschilt van andere muziekculturen in de manier
waarop de toonladder is onderverdeeld. Net als
de westerse muziek gaat men uit van de octaaf.
Maar deze wordt via een systeem van kwarttonen onderverdeeld in 17 ongelijke delen.
De melodie kan gebruik maken van al deze verschillende afstanden tussen de tonen.
Zo kan de muziek vormen krijgen die in het westerse octaaf systeem bijna onmogelijk
zijn.
MELHOUN
(Noord-Afrika)
Melhoun is de belangrijkste liedvorm uit de Arabische volksmuziek. De melhoun
is gebaseerd op de gsida. Er zijn veel varianten
van de melhoun. In de melhoun klapt men anders in de handen dan hier in het Westen
gebruikelijk is. Er wordt namelijk met gespreide vingers geklapt, wat een andere
klank geeft dan mensen hier gewend zijn. Mannen zingen met een nasaal
klinkende stem. De antwoordstem wordt met een borststem
gezongen. De vrouwen zingen vaak met hoge kopstem.
In Settat en omgeving wordt de melhoun meestal begeleid door een ensemble
van altviool, kleine lothar
(ney), kleine taridja's of tbhlats
en één of meerdere shigals.
HAOUS
(Marokko : Marrakesh)
Haous is de vorm van de melhoun die komt uit
Marrakesh. In haous ensembles staat de ud
centraal. Deze wordt begeleid door darabuka,
tar en bendirs. Deze
instrumenten worden vaak door dansende shigals
bespeeld. De zang wordt verzorgd door minstens drie zangers. Zij klappen daarbij
om beurten in de handen en maken allerlei grappen tussendoor. Zij worden ook wel
'pinguïns' genoemd, omdat ze van links naar rechts wiegen terwijl ze met
hun voeten op de plaats blijven staan.
Haous ensembles spelen vaak op moussem feesten.
ARABISCH-ANDALUSISCHE
MUZIEK
(Noord-Afrika / Zuid-Spanje)
Arabisch-Andalusische muziek is muziek die vanaf de 12e eeuw in Andalusië
(Zuid-Spanje) ontstaat. Andalusië is dan door de Moren
bezet. De Arabisch-Andalusische muziek combineert Arabische muziek met Spaanse
invloeden.
Wanneer de Moren in de 15e eeuw uit Spanje worden verjaagd, zal de Andalusische
muziek zich op twee plaatsen verder ontwikkelen: in Zuid-Spanje en in Noord-Afrika,
waar de Moren de muziek mee naar toe nemen. Hier wordt deze muziek onderdeel van
de traditionele Arabische volksmuziek. Een bekende
zangeres in deze traditie is Amina Alaouï.